top of page

Getrut


Nederlandse kennissen in Auckland hadden een dochter van 22 jaar die ging trouwen. Het bruidje in spe liet mij trots een boek zien dat allerlei tips herbergde over Good Housekeeping en How to be a Good Housewife (jaar van uitgifte was niet 1852 zoals ik vermoedde, maar toch echt 2002). And I kid thee not, het was een serieus boek dat het meisje van kaft tot kaft tot zich had genomen.


Ik deed verslag aan Claire, een Nieuw-Zeelandse vriendin, en wilde het hebben over de Hollandse Truttigheid, maar ik liep vast op de vertaling van dit prachtige woord, waarvan iedere Nederlander precies weet waar we het over hebben. Het dichtstbij kwam drab, maar die saaiheid was niet toereikend. Een ander alternatief was frumpy, maar daar bedoelen we toch meestal oude, onaantrekkelijke kleding mee, terwijl ons Truttig toch een veel grotere lading dekt. Als bijvoeglijk naamwoord is het prachtig: truttige gordijnen, een truttig huwelijkscadeau, een truttig stel. En het gaat verder. We kunnen het vervoegen als werkwoord: zit niet zo te trutten met je eten, hij zat te trutten in het verkeer. Het zelfstandig naamwoord spant de kroon: de truttigheid spatte van elke bladzijde van het huwelijksboek af! Mijn pogingen om Claire de Hollandse Truttigheid uit te leggen heb ik uiteindelijk gestaakt. Ze was geïntrigeerd door de creativiteit van de Nederlandse taal die zo’n allesomvattend woord in zich had.


Na twee weken viel een uitnodiging voor een vrijgezellenfeestje van bijna-bruidje in de bus. Ik wist meteen dat ik niet zou gaan. Los van het oerdegelijke karakter van de geplande middag met vooral oudere volwassenen, ging ik vooral in de ankers van de lijst met voorgestelde ‘cadeaus’ voor de voorraadkast die gevuld moest worden (again, I kid thee not). Ik haakte af, dit was niets voor mij. Getrut!


23 views0 comments

Comments


bottom of page